Kes Philipsen
Kes is amper 24, maar kan nu al terugblikken op een goedgevulde carrière in de erfgoedsector. In het kader van haar studie interieurarchitectuur deed ze stage bij de dienst Onroerend Erfgoed van Stad Leuven. Hier kreeg ze via Open Monumentendagcoördinator Michelle Smets de erfgoedmicrobe echt te pakken. Dankzij haar studentenjob bij Erfgoedsite Abdij Van Park werkt ze zo nu al haar vijfde jaar mee aan Open Monumentendag. Ze werkte in Leuven ook als vrijwilliger voor Lovanium, waarbij ze via een 3D-reconstructie Leuven uit de 17de-eeuw weer tot leven bracht. Wanneer ze vertelt over haar passie voor erfgoed, trekken mensen vaak grote ogen.
“Erfgoed, da’s toch iets voor oude mensen?” hoor ik vaak. Maar dat hoeft echt niet zo te zijn. Het is aan ons, jonge erfgoedwerkers, om de juiste aanpak te ontwikkelen om jongeren te bereiken en betrekken. Dat is nodig om te zorgen dat er ook in de toekomst blijft gezorgd worden voor ons waardevol erfgoed.”
Na interieurarchitectuur volgde Kes een master erfgoedstudies, waarna ze terechtkwam bij de provincie Limburg. Wie Limburg zegt, zegt fietstoerisme. Fietsen door de bossen, door het water,… het kan er allemaal. Samen met haar collega’s werkt Kes aan het Merci Rik! project waarin Henri L’Allemand, Rik voor de vrienden, de hoofdrol speelt. Deze fietspionier richtte einde 19de eeuw de eerste wielerclub van Hasselt op. Hij engageerde zich om het toen nog beperkte fietstoerisme in Limburg te versterken. Zo verkende hij zelf de provincie per fiets en schreef zijn ervaringen neer in een compleet verslag, inclusief route, wegen, monumenten onderweg,… Dat was toen allemaal heel modern. Met het project willen Kes en haar collega’s hem in de kijker zetten en mensen aansporen Limburg met een nieuwe – of oude – blik te bekijken en befietsen.
Zelf heeft Kes niet veel tijd om op de fiets te springen. Haar grootste passie is interieur. Die passie komt als een rode draad ook terug in haar huidige job. Ze neemt onder andere het beheer en onderhoud van de Begijnhofkerk in Sint-Truiden voor haar rekening. Een monumentale kerk met internationale allure die momenteel 25 jaar Unesco Werelderfgoed-erkenning viert. Je vindt er het oudste in zijn geheel bewaarde en bespeelbare orgel van ons land en muurschilderingen die teruggaan tot de 14de eeuw. Voor verschillende events in de begijnhofkerk gebruiken Kes en haar collega’s sociale media. En met resultaat. Ze zijn er in geslaagd om een nieuw doelpubliek aan te trekken. Dat er ook hiphop nummers op het orgel gespeeld werden, zit er waarschijnlijk ook voor iets tussen.
“De memes, social media posts en digitale trends van vandaag, maken deel uit van het erfgoed van de toekomst. Hoe bewaren we dat digitale erfgoed het best? Wat moeten we bewaren? En wat gaan mensen daar binnen honderd jaar uit concluderen over onze tijd? Dat vind ik razend interessant om over na te denken.”
Als jonge erfgoedwerker denkt Kes na over het erfgoed van de toekomst, maar ook de nieuwe tendensen van digitaal erfgoed. Wie iets te weten wil komen over geschiedenis kan de archieven induiken. Maar zal dat in de toekomst nog zo zijn? Er wordt tegenwoordig volop ingezet op digitaal erfgoed en digitalisatie van bestaand erfgoed. Maar hoe zorgen we voor een veiligstelling van ons erfgoed in deze digitale snel evoluerende tijden? Alles gaat tegenwoordig zo snel, dat Kes vreest dat we onze grip op het erfgoed van vandaag aan het verliezen zijn.